Lood is trouwens erg giftig. De meeste mensen zijn bang dat er tijdens het smelten looddampen ontstaan, maar dat is niet nodig. Het lood zal niet zodanig verhit worden dat er looddampen kunnen ontstaan. Wel geeft lood erg snel af aan handen en gereedschap. Dat is een veel groter gevaar. Was je handen na het gieten dus grondig en eet niet tussendoor een boterhammetje met je vuile handen.

De loodmal bestaat uit twee helften die tegen elkaar moeten worden geklemd. Hiervoor gebruik je een stevige lijmtang of iets dergelijks. Bij sommige loodmallen is al een bepaald klemmechanisme ingebouwd. Zet de loodmal stevig neer op de grond of een werkbank. Hij mag beslist niet omvallen. Eventuele ankers en het oogje steek je, voordat je gaat gieten, in de daarvoor bestemde gaatjes.

Zorg er voor dat er niets brandbaars in de buurt is. Werplood gieten is niet gevaarlijk, mits je alles met enig beleid doet. Een brandblusser in de buurt geeft altijd een veilig gevoel. Zet in ieder geval altijd een emmer water in de buurt. Een aangebrande vinger of hand is snel in de emmer gedompeld.

Zet het pannetje op het vuur en doe er genoeg lood in voor het aantal werploodjes dat je wilt gieten. Een paar kleine stukjes lood smelten eerder dan een grote bonk. Wacht even tot het lood goed is gesmolten. Het moet echt helemaal vloeibaar worden en een mooie zilveren glans krijgen. Pak het pannetje van het vuur en giet het lood voorzichtig in de mal. Tel tot 10 en haal de mal uit elkaar.

Werploden maken >>