Zelf zeepieren spitten (steken, zegt de zeevisser) is natuurlijk een tijdrovend en niet al te licht karwei. Maar om aan vers aas te komen is het vaak wel de beste manier. Op een aantal plaatsen is het mogelijk zelf zeepieren te steken. Je hebt dan meestal wel een vergunning nodig, informeer hier dus naar. Het gemeentehuis of de plaatselijke VVV kan je vaak verder helpen.

De plaatsen waar de zeepieren zich bevinden, herken je aan de vreemde hoopjes op het zand. Deze hoopjes worden namelijk veroorzaakt door de zeepier. Op de plaatsen waar veel van deze hoopjes te vinden zijn, kan je dus zeepieren steken. Het beste gaat dit met een spitvork. Met een gewone schep is de kans groter dat de zeepieren beschadigd worden.

Maak eerst een gat van ongeveer 30 cm diep. Als dit is gebeurd, steek je met de spitvork steeds een stuk van de kant af. Het is alsof je plakken cake van de kant af snijdt. Steeds steek je een plak van ongeveer 10 cm dik van de kant. Deze plak gooi je opzij en met behulp van de spitvork kijk je voorzichtig of er zeepieren tussen het zand zitten. Op deze manier doorgegaan, ontstaat er een soort sleuf in het zand. Graaf vooral op de plaatsen waar je de hoopjes ziet die de pieren veroorzaken.

Verder met zeepieren >>