De werpmolen is uiteraard aan de hengel aangepast. Een beetje siliconenspray in en op de molen zorgt ervoor dat de hij niet teveel heeft te lijden van het zoute water. Goed afspoelen na gebruik onder schoon leidingwater is wel aan te bevelen.
Zoals gezegd gebruiken we bij het geepvissen een dobber. Het beste voldoet een speciale (geep)dobber met een ingebouwd loodgewicht. Deze zijn in verschillende maten te koop. De dobbers die we bij het geepvissen gebruiken moeten een gewicht bezitten van ongeveer 15 tot 20 gram. Let hierbij goed op het maximaal werpvermogen van de hengel. De hoofdlijn zal ongeveer 25/00 dik zijn, evenals de haaklijn.
Aan het eind van de hoofdlijn maken we de dobber vast. Meestal heeft de dobber een oogje aan de bovenkant en ook een aan de onderkant. De truc is, alleen het bovenste oogje te gebruiken. Dus aan het bovenste oogje van de dobber knopen we de hoofdlijn. Maar ook de haaklijn wordt aan het bovenste oogje geknoopt. Het onderste oogje wordt dus niet gebruikt. Deze montage voorkomt dat we het geheel in de war gooien.
De haaklijn is een lijn van ongeveer 25/00 dik en 1,5 mtr lang. Aan de ene kant knopen we een haakje van ongeveer nummer 8. Het andere einde knopen we vast aan het bovenste oogje van de dobber. Dit kan bijvoorbeeld met een lusje. Je kunt ook een heel klein speldwarteltje gebruiken.
Om te voorkomen dat het aas gaat drijven en we daardoor last krijgen van meeuwen en andere vogels, knijpen we een klein loodhageltje op de haaklijn, ongeveer 10 cm van de haak vandaan. Op deze manier wordt het aas prima onder het wateroppervlakte aangeboden.