Zo’n aascoctail is voor een gul veel aantrekkelijker dan enkel zeepieren of zager. Bovendien is pijlinktvis een stuk goedkoper dan deze aassoorten. Knip de inktvis van tevoren in reepjes van 5 centimeter lang en drie tot vier milimeter breed. Stop ze in een plastic zakje en je hebt je aas de hele dag bij de hand.

Doordat de inktvis behoorlijk taai is, werp je het aas vrijwel nooit van de haak. Bij gul is dit erg belangrijk, want deze vis houdt van groot aas: vier of vijf pieren op een haak is beslist niet overdreven.

Zo’n grote hoeveelheid aas vraagt natuurlijk om een passende haak. Gebruik een nummer 2/0 of 3/0. Vis altijd met een enkele haak. Gebruik dezelfde onderlijnmontage als bij zeebaars (zie aldaar). Het ankerlood wordt dan schuivend langs de hoofdlijn gemonteerd.

De haaklijn is 40/00 of 45/00 dik. Met een dunnere haaklijn vang je beslist niet meer. Je zult dan wel de nodige vissen verspelen. En dat zijn altijd de grootste! Vooral als er veel stenen op de bodem liggen mag de lijn, dus ook de hoofdlijn en voorslag, niet te dun zijn.

Verder met gul of kabeljauw >>