Voorslag
Bij het zeevissen maken we meestal gebruik van behoorlijke loodgewichten. Werploodjes van 100 tot 200 gram worden het meest gebruikt. We willen het aas namelijk vaak zo ver mogelijk richting horizon slingeren.
De hoofdlijn die we voor het zeevissen gebruiken kan meestal wel een flink aantal kilo’s trekkracht hebben. Een lijn van 35/00 kan al gauw tussen de zeven en negen kilo hebben. En bij een lijn van 40/00 komt daar nog een paar kilo’s bij. Onder het gewicht van een werploodje zal de lijn het echt niet begeven. Toch is het niet verstandig om de onderlijn, en daarmee het werplood, rechtsteeks aan de hoofdlijn te bevestigen.
Tijdens het werpen komen er namelijk krachten op de lijn te staan die vele malen groter zijn dan het gewicht van het werploodje doet vermoeden. Het gaat vaak om vele kilo’s. Om deze reden wil de lijn het tijdens de worp weleens begeven.
Om te voorkomen dat we de onderlijn met aas zonder hoofdlijn richting horizon zien verdwijnen, maken we gebruik van een voorslag. Een voorslag is een stuk lijn van zo’n 60/00 dik met een lengte van ongeveer twee keer de lengte van de hengel. Deze voorslag maken we vast aan de hoofdlijn. Aan de voorslag komt de onderlijn met het werplood.
Omdat de voorslag een lengte heeft van twee keer de lengte van de hengel, zitten er tijdens het werpen altijd een paar slagen op de molenspoel. Op deze manier vangt de voorslag de klap tijdens het werpen op.
Voorslag
Je kan door het gebruik van een voorslag tijdens een worp veel meer kracht zetten zonder dat je bang hoeft te zijn dat de lijn het begeeft. Uiteraard is ook de voorslag niet onbreekbaar. Wees dus niet te wild bij het maken van een worp. Lijnbreuk wordt maar al te vaak veroorzaakt doordat de worp te vlug wordt gemaakt.
Rustig maar krachtig werpen, dat is de methode. Met een rustige overhead-worp is het echt niet moeilijk om zo’n 80 meter te werpen. En dat is op de meeste stekken meer dan genoeg om wat te kunnen vangen.
De voorslagknoop die hier wordt beschreven is niet moeilijk te maken en echt heel goed. Je kunt een dikke voorslag rechtstreeks aan een dunne hoofdlijn knopen. Dat was vroeger wel anders. Met knopen die vroeger werden gebruikt mocht er niet te veel verschil in dikte zijn tussen de hoofdlijn en de voorslag. Zo’n 10/00 tot 15/00 werd dan vaak als maximaal aanvaardbaar verschil beschouwd. De knoop verzwakte de lijn anders te veel.
Om dan toch met een dikke voorslag en een dunne hoofdlijn te kunnen vissen, werd er gewerkt met een aantal korte stukjes lijn van oplopende diameters tussen hoofdlijn en voorslag. Op die manier had je wel erg veel knopen op je lijn. Dat maakte het geheel beslist niet sterker. Ook bleef de lijn vaak hangen achter de knopen die op de molen lagen.
Voorslag
Je moet er ook niet aan denken wat er dan gebeurde als je je hele voorslag verspeelde. Dat werd dan een paar uurtjes knopen leggen. Vooral leuk tijdens een koude winternacht. Om deze reden hadden veel zeevissers een aantal kant en klaar geknoopte voorslagen bij zich. Maar het bleef toch een heel geknoop.
Gelukkig bracht de knoop die hier wordt beschreven de oplossing. Met deze voorslagknoop mag je de hoofdlijn rechtstreeks aan een voorslag verbinden. Veel meer gemak dus.